Overtocht Kaap Verdië, Sal - Barbados

 

De afstand van Sal naar Barbados is 2150 mijl. De wind kwam uit het Noordoosten kracht 4-5.
We hadden de genuaboom gefixeerd uitgeboomd over bakboord. Hierdoor konden we de genua in- en uitrollen bij meer of minder wind.De overtocht ging goed. De eeste dagen moest ik even in m'n ritme komen, daarna ging het vanzelf. Van zeeziekte heb ik deze reis geen last gehad. Geert is nooit zeeziek en heeft een paar sterke zeebenen. Door vallen en opstaan begin ik nu pas een beetje zeebenen te krijgen. Op Sal was alleen dagvers brood verkrijgbaar. Na een paar dagen op zee zijn we zelf brood gaan bakken. Mijn bakkersbloed begint sneller te stromen als ik deeg aan het kneden ben. De broodjes werden steeds lekkerder, s'morgens zaten we in een varend bakkerijtje.

 

Dramatisch: De tweede dag op zee zijn we onze hengel kwijtgeraakt. We dachten dat hij goed klem zat. Ons vooruitzicht op een vers gevangen visje onderweg was letterlijk in het water gevallen. We waren er beroerd van.
Zwaar: Vooral het lopen vond ik mede door de hoge golven zwaar. Je moet je bewust zijn van iedere stap en jezelf altijd met minstens 1 hand ergens stevig vasthouden. Het is oppassen geblazen voor een onverwachte beweging van de boot, met het besef dat als je letsel oploopt midden op zee, dat je dan flink de sjaak bent. Normale dagelijkse bezigheden zoals koken, afwassen, douchen enz. worden een enorme uitdaging. De tweede week ging het steeds beter.
Bijzonder: Als je midden op zee bent ervaar je een soort niemandsland. Geen radio, internet, telefoon, of tv. We hebben voor nood wel een satelliettelefoon aan boord. 1 keer per week belden we het thuisfront, zij kunnen ons ook bereiken als er iets is. Zoon Richard belt ons als er vermeldingswaardige weersvoorspellingen zijn.
Genieten: Het was volle maan toen we vertrokken, dus de nachten waren helder met goed zicht. We zagen mooie zonsop- en ondergangen. Toen we op de helft waren hadden we dagelijks al een tropisch buitje met prachtige regenbogen.
Oud en nieuw is behalve het geluid van water, wind en onszelf geruisloos aan ons voorbijgegaan. De champagne bewaren we voor de aankomst. De laatste dagen kon ik alleen nog maar aan malse biefstuk, salade met honing mosterdsaus en spekjes en krokant gebakken patat denken.
De hele overtocht hebben we 1 vissersschip, 2 vrachtschepen op de AIS en veel vliegende vissen gezien. Op de radio hoorden we pas weer stemmen toen we vlakbij Barbados waren. Na 15 dagen kregen we land in zicht. Toen we dichterbij waren roken we het groen van het eiland. En dan het gevoel: WE ZIJN ER! We voeren via de westkust naar Carlisle Bay bij Bridgetown. Een mooie baai met azuurblauw water en een wit zandstrand. We werden warm onthaald door de Maximo en de Fastus die in hun dinghy ons tegemoet voeren. Later zagen we de Zeester. We ontkurkten een fles champagne en proostten op Monique van de Fastus die in de Spaanse Ria's al riep dat ze niet verder wilde, maar nog steeds aan boord was. Op Marleen van de Maximo die de vorige dag jarig was en op onze behouden aankomst. Onze wederzijdse ervaringen hebben we met veel lol gedeeld.

Barbados


Barbados ligt in het meest oostelijk gedeelte van de Antillen en wordt ook wel "little England" genoemd. Het eiland was 334 jaar lang onderdeel van het Britse rijk. Het vlakke landschap en gunstige klimaat maakte Barbados ideaal voor het verbouwen van suikerriet en daarmee ook voor contractarbeid en slavernij. Diverse oude plantages en slavernijmusea zijn er te bezoeken. De oorspronkelijke bewoners van het eiland waren Arawak-indianen, maar deze stierven grotendeels uit toen de Europeanen kwamen en diverse ziektes meebrachten. De huidige bewoners van het eiland vormen een bonte mix tussen de Caraïben, Europese kolonisten en afstammelingen van de Afrikaanse slaven. Rum is de geliefde drank op het eiland en wordt er ook veel geproduceerd.
We gingen aan wal om in te klaren bij de douane. Het was heerlijk om weer aan land te zijn. De douane was bij de terminal van de cruiseschepen, een wandeling van een paar kilometer door een mooi park langs de kust. We hadden zin in een ferme wandeling. Na een aangenaam verblijf van een krappe week bij Barbados zijn we naar Martinique gezeild, bestemming Fort de France.

 

Martinique

 

Martinique wordt ook wel 'de bloem van de Cariben' genoemd vanwege de prachtige natuur. Je kunt er genieten op de parelwitte stranden of een werkende vulkaan bezoeken.
Oorspronkelijk werd Martinique bevolkt door indianen. Het is vreselijk om de geschiedenis van de Caribische eilanden te lezen, moord en slavernij.
Columbus ontdekte Martinique op 15 juni 1502. In 1635 landden Franse kolonisten op het eiland. Ze roeiden de Carib uit, stichtten het eerste stadje (Saint-Pierre), en introduceerden het verbouwen van suikerriet. Als gevolg van oorlogen en verdragen ging Martinique verschillende keren van Franse in Britse handen over. Vanaf 1816 behoort het definitief tot Frankrijk.
 

Fort de France is de hoofdstad van Martinique en ligt aan het water. De stad heeft een levendig centrum en je kunt er veel gezellige restaurantjes en winkels vinden die een Franse uitstraling hebben. De ankerbaai ligt onder een middeleeuws fort. Bij Fort de France ontmoetten we Piet en Maria, actieve enthousiaste pensionadas van tegen de 70 jaar. Zij zijn een aantal jaren geleden rond de wereld gezeild en varen nu tijdelijk in het Caribisch gebied rond met wisselende vakantiegangers, op een charterzeiljacht. We kregen nuttige informatie van hun mee. Om de voorraad aan te vullen moesten we bijvoorbeeld in Le Marin, 20 mijl verderop zijn. 
 

Le Marin ligt aan het hoofd van een diepe baai, aan de zuidelijke kant van Martinique. Het is een van de grootste jachthavens in het Caribisch gebied, met een onlangs bijgewerkte bouwwerf. De grootste ankerbaai die we tot nu toe gezien hebben, overal waar je kijkt zie je zeiljachten, duizenden. Je vindt er dan ook veel watersportwinkels en een grote supermarkt aan de kade, speciaal uitgerust voor zeilers, met veel houdbare producten. Voor de supermarkt is een dok voor dinghy's gemaakt. Je loopt met je boodschappenkar naar je dinghy(parkeerplaats), ideaal. We hebben van deze luxe gelegenheid goed gebruik gemaakt en flink voorraad ingeslagen.

Saint Lucia

 

Langer dan gepland vertrokken we uit Martinique richting Saint Lucia. We nemen afscheid van John en Monique van de Fastus, zij gaan noordwaarts, wij zuidwaarts. Het was gezellig met ze. Na een heerlijk zeildagje van 42 mijl bereiken we Petit Piton Point. Een mooie baai met aan weerszijden 2 hoge bergen. Er liggen  hier meerdere megajachten. Ik kijk om me heen en zie dat we midden in de jetset beland zijn. Grote verzorgde huizen staan tegen de berghelling. Op het witte zandstrandje staan luxueuze ligbedden. De mensen op de ligbedden worden bediend door obers met spierwitte pakken aan. Het strand wordt 's avonds met een bezem gladgestreken. Onze buurman wordt met zijn gezin door 10 bemanningsleden bediend.


Saint Vincent

 

De volgende dag 31 januari, de verjaardag van onze oudste dochter Maria vertrekken we naar Saint Vincent. Na een mooi zeiltochtje van 36 mijl komen we aan bij Cumberland Bay. De boot ligt dichtbij het strand met een lijn naar een palmboom. De sfeer hier is tegenovergesteld van gisteren. Het palmbomenstrand ligt bezaaid met kokosnoten. Lokale mensen peddelen naar ons toe met bootjes vol koopwaar. We kochten wat en de volgende dag kregen vers fruit en groente uit eigen tuin van ze terug. Op het strand staan een paar restaurantjes met 's avonds  livemuziek. Caribischer kan het niet. We bestellen wat drinken in een restaurantje met Wi-Fi. Even later worden er een kokosnoot en een paar mango's bij ons gebracht, heel relaxed.

 

 

Groeten vanaf de Thalassa en bedankt voor de leuke reacties