Darwin


1 augustus zetten we koers naar Darwin. We voeren met 3 mijl vloedstroom de Torres Strait uit richting de blauwe Arafurazee. Over wind hadden we deze reis
ook niets te klagen, 6 augustus kwamen we aan bij Darwin. Darwin is de meest noordelijke grote stad van Australië.

De eerste prioriteit was een reparateur voor de laptop zoeken, deze startte niet meer op.

De reparateur adviseerde een nieuwe te kopen. Daarvoor moesten we met de bus naar een groot winkelcentrum, Casuarina.
Vervolgens watertank vullen, bunkeren,  wassen, kapper, op zoek naar een oliefilter. Daarnaast begon ook nog het jaarlijkse Darwin Festival met allerlei culturele activiteiten.

 We gingen naar de openingsavond waarbij diverse artiesten optraden met een spetterend optreden van Yothu Yindi.
Er was een Aboriginal kunstmarkt waarbij kunst uit verschillende delen van Australie tentoongesteld werd.

We liepen door mooie parken en gingen naar Midil Beach Sunsetmarket, een foodmarket waar je van poffertjes tot krokodillen- en kangoeroevlees kunt eten.
 Kortom heel druk allemaal. Er diende zich een mooi zeilweer gaatje aan naar Cocoskeeling. We vonden het gezellig in Darwin en hadden eigenlijk nog geen zin om verder te gaan.
We maakten toch gebruik van het goede weer en zetten koers via de Timorzee,
onder Indonesië door naar Cocoskeeling 2000 mijl verderop en vertrokken 13 augustus met een stevige bries  uit het bloedhete Darwin.

Al snel nam de wind in kracht af.
De Timorzee staat om deze tijd van het jaar bekend om zijn lichte winden. Met behulp van de Genaker moesten we genoegen nemen met 3-4 mijlen per uur.

Door het rustige weer zagen we veel leven om ons heen, het ultieme tropische zeilen.
Bijzonder was de mijlenlange invasie van kwallen die richting Australië gingen. We zagen zeeslangen, dolfijnen en het wemelde van de vliegende vissen, die regelmatig door een openstaand luik naar binnen vlogen. Eentje van haringformaat belandde in mijn schoot, ik had me in een paar kussens geïnstalleerd met een spannend boek en schrok me wild. In een reflex pakte ik hem op en rende met hem naar buiten. "Wat is er", zei Geert, "een vliegende vis en ik ga hem redden", zei ik. Vliegende vissen hebben we aan boord nog niet gegeten, meestal zijn ze te klein. Ze zijn wel lekker,  in Barbados was een broodje vliegende vis een specialiteit.

Australië kon ons moeilijk loslaten.
Elke dag vloog de Australische Borderforce laag over ons heen om te checken of
we er nog waren, een veilig gevoel. Na 4 dagen ging de Timor zee over in de Indische Oceaan en verdween ook de oranje sluier
aan de horizon, het laatste dat we nog zagen van Australië.

De Borderforce liet zich ook niet meer zien.

De wind begon aan te trekken naar 15-20 knopen en zo zeilden we gemiddeld 150 mijl per dag. Als we zin in vis hadden vingen we rap een botermalse tonijn. Ter afwisseling
vingen we een Mahi Mahi.

Onder Java moesten we een paar dagen en nachten op kleine vissersboten letten.
Op een vliegende vis, waarvoor je af en toe moest wegduiken en weer een nachtelijke visite
van een jan-van-gent in de kuip na, verliep de overtocht rustig. 

Cocoskeeling

 

28 augustus voeren we de lagune van Cocoskeeling binnen. De Cocoseilanden zijn een ring van atollen waarvan 2 bewoond, met aan de ene kant de rustige ondiepe lagune en aan de andere kant de bulderende branding van de oceaan. 
West Island wordt bewoond door wat Australiërs en Home Island wordt bewoond door een moslim gemeenschap die oorspronkelijk uit Maleisië komt,  met elkaar ongeveer 600 inwoners.

De zeilers moeten bij het onbewoonde Direction Island voor anker, dit schept meteen een band tussen de zeilers. We liggen hier met zeilboten uit Canada, Amerika, Finland en Noorwegen die allemaal via Zuid Afrika huiswaarts varen. Elke middag komen we bij elkaar op het strand om te eten en spelen we een oud Viking spel, een soort kegelen met blokken en stokken.
We moesten ons melden op Home Island en konden ons daar ook uitklaren uit Australië.
De verse voorraad van de supermarkt was karig, 1 keer in de 14 dagen wordt het per vliegtuig gebracht.  Als we de volgende overtocht van 14 dagen vers brood, fruit en groente mee willen nemen, zijn we verplicht om ruim een week te wachten op deze Bounty eilanden.

We maakten de tijd vol met snorkelen, zwemmen en expedities naar onbewoonde eilandjes
die bezaaid lagen met schelpen en koraal.

Onder de zeilers werd aan de oceaankant waar veel afval aanspoelt, een opruimingsactie
georganiseerd. Binnen een mum van tijd werden er 25 zakken afval verzameld. Er lagen opvallend veel slippers, precies zoals hoofdredacteur van het watersportblad Zeilen
Ben Rutte in zijn boek beschrijft, die hier ongeveer 10 jaar geleden was. 

Af en toe komt er een schip van de Borderforce in de baai en ze
pikten ons er uit voor een routinecontrole. Nog geen land gezien dat z'n grenzen zo goed bewaakt.
Ze waren heel vriendelijk en stelden
de vragen die we
ondertussen gewend zijn van de Australische borderforce,  onder andere  wat was jullie laatste haven en welke de volgende.
Ze vroegen of we iets nodig hadden, "ja, brood", zei Geert. We hebben onze broodbakpan in Vanuatu achter gelaten. Meestal kunnen we wel aan vers brood komen maar
op Home Island was het brood op en er was geen bakker aanwezig. "We zullen zien wat we kunnen doen", zeiden de mannen van de Borderforce.
De volgende dag kwamen ze tot onze grote verrassing langs met een doos vol brood en konden we de andere zeilers ook blij maken met een brood.
Het was een drukte van belang bij de supermarkt toen de nieuwe voorraad aangekomen was. Het pleintje voor de supermarkt stond vol met golfkarretjes die van her en der aan kwamen crossen, het vervoersmiddel hier.

Groeten vanaf de Thalassa